Ons telefoon: (010) 737 0256 Ons e-mailadres: info@care4neo.nl

School rond het 10e jaar

School rond het 10e jaar

Hoe verder de schoolcarrière van een kind vordert, hoe meer eisen er aan dat kind gesteld worden. Tussen zes en tien jaar zie je dan ook dat steeds meer kinderen extra ondersteuning nodig hebben of worden doorverwezen naar het speciaal onderwijs.

Concrete problemen

Op de leeftijd van negen jaar kreeg 6,5 procent van alle kinderen die in 1983 geboren waren speciaal onderwijs. Van de POPS-kinderen was dat 19 procent. (Daarbij moet worden aangetekend dat in 1992 meer kinderen dan nu werden toegelaten in het speciaal onderwijs, een deel van deze kinderen zou nu op een gewone basisschool blijven en extra ondersteuning nodig hebben.) Op deze leeftijd waren ook bij POPS-kinderen leer- en gedragsproblemen de belangrijkste redenen voor doorverwijzing. De kinderen konden minder goed lezen, rekenen en spellen dan anderen, en bij een deel van de leerlingen werd ADHD vastgesteld.

Speciaal onderwijs

Meer dan de helft van de POPS-kinderen die in de periode tussen vijf en negen jaar voor het eerst naar het speciaal onderwijs gingen, had bij het onderzoek op de leeftijd van vijf jaar nog niet echt een beperking of handicap. De meesten hadden wel kleine neurologische afwijkingen, die leerproblemen hadden kunnen voorspellen, zoals lichte neurologische stoornissen of onhandigheid, een achterstand in hun taalontwikkeling of scheelzien. Toen werd nog gedacht dat kinderen wel over zulke problemen heen groeien. Later bleek dat zeker als er sprake was van een combinatie van deze dingen, de kans groot was dat deze kinderen in het speciaal (basis)onderwijs terecht kwamen.

Extra hulp

Ook de kinderen die wel in het gewone basisonderwijs bleven, ging het niet altijd voor de wind. Veel kinderen bleven een extra jaartje kleuteren en ook in groep drie bleven veel kinderen een keer een jaar zitten. Veel POPS-kinderen hadden extra hulp of remedial teaching nodig. Meer dan de helft van de zittenblijvers had die extra hulp nodig, en ruim een kwart van de rest van de POPS-kinderen. De scores op een intelligentietest, die bij een deel van de POPS-kinderen op 11-jarige leeftijd werd afgenomen, waren in het algemeen iets lager dan de scores van andere elfjarigen. Dertig procent van de kinderen die op vijf jaar geen ernstige handicap hadden, hadden op elf jaar een beneden gemiddeld IQ (lager dan 85). Dat zijn er bijna twee keer zo veel als in de normale bevolking.

Bron: ’Ook kleintjes worden groot’ (resultaten POPS-onderzoek), Peggy van der Lee

In onze besloten facebookgroep Grote Kanjers delen ouders ervaringen over de (aanstaande) schooltijd van hun kind, stellen ze vragen en zijn ze elkaar tot steun. Voel je vrij om je aan te melden en je tips te delen of vragen te stellen!

Sluiten