Ons telefoon: (010) 737 0256 Ons e-mailadres: info@care4neo.nl

Contact maken

Contact maken

Contact maken met je kind

Thuis kan de omgang met een kindje dat in de couveuse gelegen heeft moeizamer verlopen dan met een baby die een normale start had. Iedereen zal beamen dat het eerste contact en het opbouwen van een band tussen ouders en couveusekinderen anders is dan die van ouders en op tijd geboren kinderen.

Een nieuw soort contact

Bij kinderen die lang in het ziekenhuis hebben gelegen wordt veel contact in de eerste tijd bepaald door medische of verzorgende handelingen. Bijna altijd gaat het initiatief tot ’contact’ uit van de volwassene, hoewel dat bij de invoering van ontwikkelingsgerichte zorg anders zal verlopen. Meestal gebeuren er allerlei (veelal noodzakelijke) handelingen zonder dat het kind erom vraagt.
Als het kind zelf behoefte heeft aan contact en signalen geeft, volgt daar niet altijd actie op. Een beetje de omgekeerde wereld dus, als je bedenkt dat bij een normale gang van zaken het initiatief tot contact veelal van de pasgeboren baby uitgaat en de moeder direct in de buurt is om antwoord te geven. Een moeder die thuis voor haar kind zorgt, is wel bereid te reageren op de signalen van haar kind. Maar een kind dat na een couveuseperiode thuiskomt, geeft mogelijk zwakkere signalen, of minder vaak, omdat het inmiddels heeft ervaren dat er toch niet op gereageerd wordt.

Respect

Gelukkig wordt er steeds meer aandacht aan dit soort zaken besteed en wordt er meer en meer op gelet welke signalen het (couveuse)kind geeft, juist ook in de couveuseperiode, met de bedoeling daar zo goed mogelijk op in te spelen. Het gaat bijvoorbeeld om het respecteren van rustperioden van het kind, van het ook aanbieden van positieve contacten zoals troosten, praten, strelen e.d. Niettemin blijft de couveuseperiode een voor het kind vaak onaangename periode.

Bijkomen

Wanneer je kindje eenmaal thuis is, zal het uiteraard bij moeten komen van de periode die hij in het ziekenhuis heeft doorgemaakt. Uit de manier waarop hij zich gedraagt, blijkt meestal wat hij wil. Om zich prettig te voelen, zal hij op deze wijze vragen om een bepaalde benadering, om een bepaalde manier van aanpak. Iedere baby zal dit op zijn eigen manier doen.

Wat kun je zelf doen?

Omdat te vroeg geboren baby’s in de eerste maanden vaak nog zo schrikachtig en onrustig zijn, is het verstandig om ze niet te veel te prikkelen. Aan de andere kant is het wel goed om ze te stimuleren door tegen ze te praten of met ze te spelen. Door goed naar een kind te kijken, kun je zien wanneer het aan contact toe is en wanneer het beter met rust kan worden gelaten.

Ouders kunnen het best contact maken als het kind:

  • ontspannen is
  • de armen en benen gebogen zijn
  • rustig en alert is
  • (kortdurend) oogcontact maakt
  • glimlacht, mondbewegingen maakt of een ‘ooh’ gezicht trekt
  • de hand naar de mond brengt
  • een goede kleur heeft, dus een beetje roze is en niet heel bleek, rood of grauw

Ouders kunnen het kind soms beter met rust laten als het:

  • de blik afwendt
  • gaapt
  • het hoofd achterover gooit of zich overstrekt
  • kokhalst, kreunt, boert of hikt
  • begint te huilen
  • een grauwe kleur heeft
  • de vingers of tenen spreidt of kronkelende bewegingen maakt.
Sluiten