Ons telefoon: (010) 737 0256 Ons e-mailadres: info@care4neo.nl

Thuismonitor

Thuismonitor

Soms ‘vergeet’ een kindje te ademen en krijgt het een apneu, een (korte) ademstilstand. Als reactie daarop kan de hartslag dalen. Dat heet een bradycardie. Apneus en bradycardieën, de zogenaamde A’s en B’s of dips, zijn een ‘normaal’ verschijnsel bij te vroeg geboren kinderen, maar meestal mogen ze niet naar huis zolang ze hier nog last van hebben.

In het ziekenhuis houdt de apparatuur de ademhaling en hartslag goed in de gaten en in de meeste gevallen hoeft de verpleging uw kind alleen aan te tikken om de ademhaling weer op gang te helpen. A’s en B’s hebben geen gevolgen zolang ze niet te vaak en niet te lang optreden. Meestal helpt coffeïne om de ademhaling te stimuleren, totdat de apneus en brady’s geleidelijk minder worden.

Kinderen die heel langdurig een onrijp adempatroon behouden, die veel langer dan normaal apneu-aanvallen en bradycardieën hebben, mogen soms naar huis gaan met een monitor als de ouders dat aankunnen. Op zich is dit in het geheel geen aantrekkelijk idee, maar het alternatief is meestal dat het kind nog heel lang opgenomen moet blijven.

Vooronderzoek

Er zal pas nagedacht worden over de mogelijkheden om je kind naar huis te laten gaan met een monitor wanneer duidelijk is wát de oorzaak van de apneu-aanvallen is, hoe deze zich voordoen en hoe deze onder controle te houden zijn. Bovendien gebeurt het alleen in goed overleg met de ouders van het kind.
Een monitor die de ademhaling en/of de hartslag registreert en die bij bepaalde afwijkingen alarmeert, is te huur bij verschillende firma’s voor medische apparaten. Voor de vergoeding van de kosten moet tevoren een vergunning aangevraagd worden bij de zorgverzekeraar.

Goede voorlichting

Het kan een heel veilig idee zijn om thuis een monitor te hebben wanneer een kind nog niet ‘apneu-vrij’ is. Maar zo’n monitor heeft ook wel nadelen. Net zoals dat in het ziekenhuis gebeurt, kunnen er valse alarmen zijn die dan niets ernstigs blijken te betekenen. Ouders kunnen behoorlijk van slag raken door zo’n alarm, zeker wanneer het regelmatig afgaat.

Laat je goed voorlichten over de precieze werking van het apparaat, wat een bepaald alarm betekent en wat je moet doen als er een alarm is. Vanzelfsprekend is een goede begeleiding en controle door het ziekenhuis, de huisarts en de wijkverpleegkundige belangrijk. Vraag ook wat je moet doen wanneer er echt een ernstige situatie ontstaat. Voor dit doel geven verschillende afdelingen een reanimatie-cursus aan ouders en hebben zij ook speciale schriftelijke instructies.

Wel of geen monitor (meer)?

Zoals je er heel erg tegenop kunt zien om thuis een monitor te hebben, zo is het ook moeilijk om het tijdstip te bepalen waarop de bewaking hiermee gestopt kan worden. Het kan moeilijk zijn om het tijdstip te bepalen waarop de bewaking thuis gestopt kan worden. Tevoren kan daar meestal niet veel zinnigs over gezegd worden. Je kunt er ook heel erg tegen op zien om thuis een monitor te hebben. Het is ook geen kleinigheid! Hoe graag je je kind ook thuis hebt, maak je zorgen bespreekbaar met de arts en verpleging. Het is geen schande als je het niet aandurft!

Wat kun je doen als je kind nog last van apneus heeft, ook al is het maar heel af en toe? Zorg dat er niemand rookt in de nabijheid van je kind en zorg dat je kind ook niet in ruimtes komt waar gerookt is. Rook prikkelt het neus- en keelslijmvlies. Daardoor zwelt dat eerder op en krijgt je kind eerder last van apneus.

Maak je je zorgen, overleg dan met de huisarts. Apneu is niet het eerste waar veel huisartsen aan denken. Denk je zelf dat je kind een apneu heeft, dan kun je dat gewoon zeggen. Denk je dat je baby mogelijk vergrote amandelen heeft? Overleg dan met je huisarts of een verwijzing naar een kno-arts nodig is.

Sluiten